Orosius: Cum
autem iudei signum peterent a Domino et Salvatore nostro,
respondit illis:
Generacio
hec signum querit [f. 276v] et signum non dabitur ei, nisi
signum Ione
prophete. Sicut enim Ionas fuit in ventre ceti tribus
diebus et tribus
noctibus, ita erit Filius hominis in corde terre tribus
diebus et tribus
noctibus. Cum die sexta sabbati que est perascave hora
nona emisit
spiritum, et prima sabbati ante lucem, que est dominica,
resurrexit. Ecce
non sunt tres dies nec tres noctes.
|
Orosius: Toen de joden onze Heer en Heiland om een
teken vroegen,
antwoordde hij hen: Deze generatie zoekt een teken
[f. 276v] en
hun zal geen ander teken gegeven worden dan het teken van
de profeet Jona. Zoals
Jona immers drie dagen en drie nachten in de buik van de
walvis zat, zo zal de
Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van
de aarde verblijven
[Mt. 12: 39-40]. Maar hij gaf
de geest op de zesde
dag van de sabbath, dat wil zeggen op de parasceve
[de dag der voorbereiding], op het negende uur, en
herrees op de eerste
dag van de sabbath, dat wil zeggen op zondag, voor
zonsopgang. Dat zijn dus
geen drie dagen en drie nachten.
|
Agustinus: Antiqui
patres non hoc senserunt, quod dies perascave tota de parte
ultima et sabbatum
vel dominica cum noctibus suis debeant computari.
[Deze alinea is uitgebreider in PL.]
|
Augustinus: De oude vaderen zagen dat niet zo, omdat
de vrijdag
als geheel vanaf het laatste deel en de sabbath of zondag
met de bijbehorende
nachten moeten worden gerekend.
|
Orosius: Cum
repromittat Dominus noster Ihesus Cristus sanctis suis quod
in resurrectione
fulgebunt sicut sol, quare ipse Dominus in resurrectione
sua non fulsit?
|
Orosius: Onze Heer Jezus Christus beloofde zijn
heiligen dat zij bij zijn
verrijzenis zouden schitteren als de zon [Mt. 13: 43. In
Mt. 17: 2 schittert Jezus' gelaat "als de zon" als Mozes en
Elia aan hem
verschijnen],
maar waarom schitterde hij dan niet bij zijn verrijzenis?
|
Agustinus: Clarificata
carne utique resurrexit, sed noluit in ea
clarificacione discipulis
suis apparere, quia non possent oculis talem claritatem
prospicere antequam
moreretur pro nobis et resurgeret. Quando transfiguratus
est in monte,
discipuli sui eum videre non potuerunt, sed pro timore in
terram ceciderunt.
Quanto magis clarificata carne Dei, eum videre non
potuerunt.
|
Augustinus: Met een verhelderd lichaam is hij in elk geval
verrezen, maar hij wilde in die helderheid niet aan zijn leerlingen
verschijnen,
aangezien een dergelijke helderheid niet met het blote oog
kon worden aanschouwd
voor hij was gestorven en verrezen. Toen hij van gedaante
veranderde op de berg,
konden zijn leerlingen hem niet zien, maar lieten zich van
angst op de grond
vallen [Mt. 17: 6]. Hoezeer
het lichaam van God
ook schitterde, ze konden hem niet zien.
|
Orosius: Marcus
ewangelista narrat Dominum hora tercia crucifixum, Iohannes
autem sexta.
Cui pocius credendum hys duobus?
|
Orosius: Volgens de evangelist Marcus werd de Heer
op het derde
uur gekruisigd [Mc. 15: 25],
volgens Johannes echter op
het zesde [vgl. Mt. 27: 45 en Lc. 23: 44:
"Op het zesde uur vielen er schaduwen over de hele aarde".
Jezus is dan net aan het kruis geslagen. Johannes
noemt "het zesde uur" echter in een andere context (Joh. 19: 14).
Zie opmerking hieronder]. Wie van de twee moeten we eerder geloven?
|
[f. 277r] Agustinus: Et
ille vere dixit et ille similiter. Igitur hora tercia
clamaverunt iudei
Pilato: "Crucifige, crucifige eum!" Milites hora sexta
crucifixerunt. Igitur
quod illi lingua, illi manibus
ne viderentur iudei non
crucifixisse Dominum,
ideo ewangelista posuit hora tercia, quia non tantum illi
occiderunt qui
ministerium impleverunt, sed eciam illi qui clamaverunt. In
eis autem impletum
est quid ait psalmographus Filij hominum: Dentes eorum arma
et sagitta
et lingua eorum machera accuta. Vide [PL:
vides] qualem gladium
habuerunt. Unde hora
tercia Dominum occiderunt.
|
[f. 277r] Augustinus: Ze spreken alletwee de
waarheid. Immers, op
het derde uur riepen de joden tot Pilatus: "Kruisig hem,
kruisig hem!"
[Lc. 23: 22, zonder tijdsbepaling. In Joh. 19: 6 zijn het
de priesters en tempeldienaren
die dit roepen en roepen de joden even later, omstreeks het zesde uur: "Neem hem mee,
neem hem mee, kruisig hem!" (Joh. 19: 15). De oplossing klopt dus niet.] Op het
zesde uur werd hij gekruisigd door de soldaten. Dus omdat
de joden met
hun tong, niet met hun handen de Heer gekruisigd hadden,
daarom noemt
de evangelist het derde uur, omdat niet zozeer degenen die
de taak
volbrachten hem vermoordden, maar veeleer degenen die
riepen. In hen
is vervuld wat de psalmist zegt over de Mensenzoon: Hun
tanden zijn wapens
en pijlen en hun tong een scherpe sabel [Ps. 57: 5].
In dat opzicht hadden ze dus een zwaard. Vandaar dat ze op
het derde uur de Heer
vermoordden.
|