Door Patrick van IJzendoorn
-- Leven of geleefd worden. Over de spanning tussen deze bestaansvormen
handelt, als ik het allemaal goed heb begrepen, de zeven essays tellende
bundel Radicale middelmatigheid van de Rotterdamse filosoof Henk
Oosterling. |
Aanvankelijk begreep ik
de term "middelmatigheid" zoals hij in het gezegde "Middelmaat siert de
straat" wordt gebezigd, daar de grootste gemene (en middelmatige) deler
heerst op de vrije markt waar we slaapwandelend zijn beland. In het voorwoord
legt de fraaie stilist Oosterling echter uit dat de term letterlijker moet
worden genomen. Het gaat over de mate en de kwaliteit waarin we uiteenlopende
middelen (of media) als prozac, cocaïne, gsm, televisie en de auto
gebruiken. Deze middelen hebben met elkander gemeen dat ze beginnen als
bevrijding van pijn, benepenheid, ruimte, verveling, tijd en andere ongemakken. |
Dit is het triomfantelijke
verhaal van de technologie die de chaos aan banden legt en afrekent met
de willekeur van het lot. Minder blij is de frankensteiniaanse visie, waarin
de bevrijding uiteindelijk eindigt als een probleem: de hoogmoedige mens
verliest de controle over zijn eigen schepping. "Als consumptie excessief
wordt, bestaat het gevaar dat de gebruikers zelf worden geconsumeerd,"
zo legt Oosterling in de Maat der Middelen uit. |
Uiteindelijk worden we zelf
media, hetgeen een citaat op de achterkaft reeds verraadt: "Hoe meer we
ons door de media laten omarmen, hoe middelmatiger we als gebruikers worden:
van gsm tot auto staan de media in ons vlees gegrift." Vrijheid is uiteindelijk
de mate waarin we zijn aangesloten op een netwerk. "Iets concreter: zodra
lidmaatschap en kaartverkoop van voetbalwedstrijden in een gesloten circuit
worden kortgesloten om het vandalisme tegen te gaan en toegang tot de sensorisch
gemarkeerde rijks-, provincie-wegen en stadswijken alleen weggelegd is
voor pinveilige en kredietwaardige automobilisten, wordt duidelijk wat
deze vrijheid waard is." |
Deze passage staat in het
essay Informatisering. Hierin legt de auteur uit dat informeren
niet alleen het doorgeven van informatie is, wat vaak wordt gedacht, maar
dat mensen tegelijkertijd tot informatiedragers worden gevormd, en dat
binnen een zelfverzekerd, informationeel kapitalisme dat "niet alleen wil
spelen, maar uitsluitend wil scoren". |
Kenmerkend voor deze scoringsdrang
is onder meer de term hit binnen het internetgenootschap. Niet gehinderd
door enige kennis van zaken, jubelen politici over de zegeningen van de
IT. Informatiseringsminister Rogier van Boxtel ziet de massale transport
van (waarschijnlijk afgedankte) computers richting achterstandswijken als
dé oplossing voor de problemen aldaar, terwijl te voorzien is dat
het aantal hits op de Wehkamp-websites vanuit die wijken vooral zal lijden
tot nog meer werk voor schuldsaneerders. |
Ondertussen stellen politici
weinig meer voor in een door media doordrenkt netwerk waar volgens Oosterling
de maat van de politieke gebeurtenissen niet bepaald wordt door inhoudelijk
beleid, maar door steekproeven, enquêtes en partijcongressen. In
pogingen toch nog iets voor elkaar te krijgen, blazen bureaucraten de middelmatigheid
op tot groteske proporties. De strijd tussen actieve wil en het passieve
lot, werkt als een opwaartse spiraal. |
In het essay Bodycultuur
schrijft de filosoof dat de toekomstige middelmatigheid elke verbeelding
tart: "In een vergevorderde informationele samenleving zullen niet alleen
de bouwstenen van lichamen nanotechnologisch en biogenetisch worden herschikt,
nagenoeg ieder deel van het lichaam kan vervangen worden door een menselijk
of dierlijk implantaat." Deze tijd zal, zo voorspelt hij, minder heldhaftig
zijn dan de makers van de film The Matrix ons voorschotelen. |
Interessant is de excursie
die Oosterling in Interval maakt naar Japan, zijnde "een weerbarstig
element in de globale informationele cultuur" waar "een radicaal middelmatig
spel wordt gespeeld tussen zijn en schijn". Hoewel de Verlichting aan dit
land voorbij is gegaan, bestaat er een geheimzinnige harmonie tussen leven
en geleefd worden, tussen authenticiteit en vervreemding waar de Westerlingen
al eeuwen vergeefs naar zoeken. "Individuele beslissingen worden altijd
gemaakt met het oog op de harmonie van de groep. (...) De stilering van
zo'n "verstand"-houding tot de wereld en de anderen vormt de basis van
de Japanse bestaanskunst, omdat het levenslange leerproces geen eind kent.
Dit proces is even onzichtbaar als onwrikbaar vastgelegd in een formeel
systeem van dan-graden, dat na de introductie van judo in het Westen al
snel door gekleurde banden moest worden weergegeven: zichtbaar en door
de vereiste examens lucratief," aldus Oosterling, het verschil tussen beide
culturen beeldend wedergevend. |
In een wereld waarin alles
gecategoriseerd, beschreven -- kortom: gevormd is, bestaat nog het ongevormde
dat ons ontglipt en ons op onverwachte momenten overvalt. Christenen schrijven
dit toe aan de Goddelijke voorzienigheid, de Franse filosoof Jean Baudrillard
heeft het over het ironische Object dat de mens treitert, en politici spreken
over een ramp. Zou Oosterling op hetzelfde doelen wanneer hij aan de niet
te filmen radicale middelmatigheid denkt, die naar zijn mening het wezenskenmerk
is van de hedendaagse politiek-esthetische stilering? Hij sluit af met
de constatering dat radicale middelmatigheid een blinde vlek is, "die ons
enerzijds in staat stelt -- authentiek -- ons leven denkbaar te maken en
ons denken leefbaar, maar ons anderzijds -- als vervreemden -- confronteert
met de ondenkbaarheid van ons leven en de onleefbaarheid van ons denken". |